Fagot
De vroegste voorouder van de fagot was de dulciaan. Dit uit 1 deel bestaande dubbelrietinstrument verzorgde in de vroeg-16e- eeuwse muziek de belangrijke baslijn.
De eerste uit meerdere delen bestaande fagotten doken in het Frankrijk van de 17e eeuw op. Cari Almenraider (1786-1843) leverde de voornaamste bijdrage aan het ontwerp van de moderne fagot. Hij verbeterde de sonoriteit en omvang van het instrument en stelde zijn aanpassingen op schrift. In 1831 richtte hij samen met AJ. Heckel een werkplaats op waar hij moderne, op het Duitse systeem gebaseerde fagotten bouwde.
Oorspronkelijk vormden de fagotten samen een vijfkoppige familie, maar slechts twee daarvan wisten te overleven: de fagot en de contrafagot. De fagot is een plooibaar instrument, dat in een harmonieorkest de bassectie versterkt maar ook wel solo's speelt en goed mengt met andere instrumenten.
Vivaldi, Mozart, Mahler, Villa-Lobos, Saint-Saens en Stravinsky zijn beroemde componisten die belangrijke stukken voor de fagot geschreven hebben. Grote namen onder de fagottisten zijn Bernard Garfield en Sherman Walt.